Voor een DNA-onderzoek wordt bloed afgenomen.
Bij een hartonderzoek wordt er gekeken of er afwijkingen zijn.Meestal gaat het om een hartfilmpje (ECG) en soms om een echo. Soms wordt er een fietstest, een 24/48-uurs ritmeregistratie of eventueel een MRI van het hart gemaakt. 

Sommige hartziekten geven geen klachten, terwijl er wel een kans is op acute, ernstige hartproblemen. 
De uitslag kan ook goed zijn. Het kan rust geven om te weten waar u aan toe bent.
En als er toch iets gevonden wordt, kunt u als dit nodig is een behandeling krijgen. Zo zijn klachten te vertragen of te voorkomen.

Het gaat dan bijvoorbeeld om leefregels of medicijnen, en soms om het plaatsen van een pacemaker of inwendige defibrillator (ICD) of een harttransplantatie. Het is natuurlijk schrikken als dat wordt voorgesteld. Maar het kan wel ernstige problemen en mogelijk (meer) ziekenhuisopnames voorkomen (en soms levens redden). Uw cardioloog kan de risico’s en de voor- en nadelen van behandeling met u bespreken. Ook kunt u hierover met de huisarts praten. 

De kans dat dit gebeurt, is klein. De kans dat er wel iets aan gedaan kan worden, is groter.
Erfelijke hartziekten zijn niet te genezen. Maar door behandeling, regelmatige controles en adviezen kan meestal op tijd worden ingegrepen. Dit kan soms levens redden.

Sommige mensen willen het liever niet weten als ze iets hebben. Bij sommige ziekten is dat geen probleem. Maar bij hartziekten is het gevaar dat mensen er plotseling aan kunnen overlijden.
Dat kunt u voorkomen door onderzoek te laten doen. 
Er is ook een grote kans dat u geen hartziekte heeft, of geen aanleg hiervoor. Zelfs als u klachten heeft, kan de uitslag goed zijn. Dan wordt u gerustgesteld door het onderzoek.
Als u een slechte uitslag krijgt, kunt u hulp krijgen. Vraag uw dokter dan om een verwijzing naar een maatschappelijk werker die gespecialiseerd is in omgaan met erfelijke ziektes. 

U kunt het uitstellen. Het voordeel van snel testen is dat er eerder in kan worden gegrepen als het nodig is. En u leert eerder omgaan met de controles. Als u duidelijke klachten heeft, is het extra belangrijk om het niet uit te stellen. 

Nu is het nog allemaal nieuw, maar de meeste mensen leren goed omgaan met die spanning. Vaak geeft het mensen een veilig gevoel dat zij in de gaten gehouden worden. Blijft u toch erg gespannen, dan kunt u hulp krijgen. Vraag uw dokter dan om een verwijzing naar een maatschappelijk werker die gespecialiseerd is in omgaan met erfelijke ziektes.

Ziektekostenverzekeringen blijven altijd mogelijk. Ook kunt u levensverzekeringen en arbeidsongeschiktheidsverzekeringen afsluiten, maar sommige verzekeraars vragen dan een hogere premie. Besef dat uw gezondheid ook belangrijk is. Lees meer over verzekeren en erfelijkheid.

Heel soms is het nodig om in uw leven rekening te houden met de (aanleg voor een) hartziekte, maar vaak ook niet. Zit u hiermee? U kunt hulp krijgen. Praat er over met uw dokter en/of vraag een verwijzing naar een maatschappelijk werker die gespecialiseerd is in omgaan met erfelijke ziektes. 

Heeft u als ouder een (aanleg voor een) erfelijke hartziekte? Dan loopt uw kind ook risico. Problemen beginnen meestal pas als het kind wat ouder is. 
Heeft u een kinderwens? Lees hier meer over erfelijke ziektes en kinderwens.

Als u als vrouw een ernstige erfelijke hartziekte blijkt te hebben, kan dit gevolgen hebben voor een zwangerschap. Meestal kunnen vrouwen met een erfelijke hartziekte gewoon zwanger worden. Soms krijgen vrouwen het advies om extra hartonderzoeken te laten doen tijdens de zwangerschap.

Dat is natuurlijk vervelend. Bedenk dat het wel heel belangrijk kan zijn voor uw gezondheid, om u toch te laten onderzoeken.

Ook als u zich goed voelt, kan hulp prettig zijn. U kunt hulp krijgen. U kunt ook uw dokter bijvoorbeeld een verwijzing vragen naar een maatschappelijk werker die gespecialiseerd is in het omgaan met erfelijke ziektes. Of ervaringen uitwisselen met lotgenoten, via de Harteraad. 

Mogelijk krijgt u steun van mensen om u heen. Ook kunt u hulp krijgen. U kunt uw dokter bijvoorbeeld om een verwijzing vragen naar een maatschappelijk werker die gespecialiseerd is in het omgaan met erfelijke ziektes. U kunt ook ervaringen uitwisselen met lotgenoten, via de Harteraad. 

U kunt daarnaast ook hulp krijgen van bijvoorbeeld een geestelijk raadsman of -vrouw in het ziekenhuis. Of u kunt uw dokter een verwijzing vragen naar een maatschappelijk werker die gespecialiseerd is in het omgaan met erfelijke ziektes. U kunt ook ervaringen uitwisselen met lotgenoten, via de Harteraad.

Soms voelen mensen die de aandoening niet blijken te hebben, zich soms schuldig. Maar zij kunnen er natuurlijk niets aan doen. Herkent u dit? Vraag uw dokter dan om een verwijzing naar een maatschappelijk werker die gespecialiseerd is in het omgaan met erfelijke ziektes. Zij kunnen u ook helpen als u de erfelijke hartziekte met familieleden wilt gaan bespreken.

Dat kan ook moeilijk zijn. Wilt u hulp? U kunt ook uw dokter om een verwijzing vragen naar een maatschappelijk werker die gespecialiseerd is in het omgaan met erfelijke ziektes. Zij hebben ervaring met mensen die hetzelfde doormaken.